Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij ging [3]uit, [4]Asa tegen, en hij zeide tot hem: Hoort mij, Asa, en gans Juda, en Benjamin! De HEERE [5]is met ulieden, terwijl gij [6]met Hem zijt; en zo gij Hem [7]zoekt, Hij zal [8]van u gevonden worden; maar zo gij Hem [9]verlaat, Hij [10]zal u verlaten. 3. Te weten, uit Jeruzalem. 4. Hebreeuws, voor het aangezicht van Asa; dat is, Asa tegen, of tegemoet; alzo 1 Kron.12:17, en onder, hfdst.28 vs.9. Hij ging den koning tegemoet, toen hij wederkeerde naar Jeruzalem van den slag der Moren. 5. Dat is, Hij helpt u en geeft u victorie tegen uw vijanden. Zie boven, hfdst.14 vs.12,13,14, en vergelijk Deut.20:1; Joz.1:5; Ps.118:6; Jer.20:11, enz. Men kan dit ook in den toekomenden tijd vertalen: De Heere zal met u zijn, enz. Of in den verledenen: De Heere is met u geweest. 6. Dat is, zijn zuiveren godsdienst voorstaat en de afgoderij uitroeit. 7. Zie boven, hfdst.11 vs.16. 8. Hebreeuws, u, of, voor u gevonden worden. Alzo onder, vs.4,15. Dat is, u dadelijk bijwezen met zijn genade, troost en hulp. Alzo Deut.4:29; Spreuk.8:17; Jes.55:6; Jer.29:13,14. 9. Zie boven, hfdst.12 vs.1. 10. Dat is, dadelijk u zijn genade, troost en hulp onttrekken. Alzo onder, hfdst.24 vs.20; Ps.71:9,11.